Het is een paar uur eerder. Voordat de wildobservatie begint, word de vrijwillig educatieve boswachter van deze avond, Rein, geïnterviewd. Hoe zijn dit soort avonden ontstaan? “Doordat het Geldersch Landschap & Kasteelen in het verleden twee educatieve boswachters in dienst had waarvan er één op een gegeven moment met pensioen ging. De ander volgde niet lang daarna.” Rein legt vervolgens uit dat de organisatie daarom bedacht om in elke regio van Gelderland enkele vrijwillig educatieve boswachters aan te stellen. Daarvoor vond er een werving plaats. Ongeveer een jaar nadat Rein werd aangesteld als vrijwillig educatief boswachter kwam er in het rustgebied van De Dellen een wildobservatie hut. Van daaruit zijn de wildobservaties ontstaan.
Het doel van een wildobservatie is kennisoverdracht. Zowel Rein als zijn collega’s willen de mensen graag wat meegeven over de dieren, het leefgebied en het beheer ervan. Rein geeft aan dat hij al van jongs af aan in het bos te vinden was. Door middel van gerichte cursussen en ervaring kan hij nu zijn passie met anderen delen. Wanneer er gevraagd wordt naar anekdotes, haalt hij de wildobservatie van vorige week aan: sinds de start van de wildobservaties is er voor het eerst een wolf gespot.
Deze avond heeft een ander soort primeur: zowel een boswachter in opleiding als een collega van Staatsbosbeheer voegen zich bij het gezelschap. De ene keer vullen zij informatie aan, een andere keer wordt er nieuwe informatie gedeeld. De groep breidt inmiddels uit en al snel begint Rein met zijn uitleg. Die gaat over drie soorten dieren die o.a. op De Dellen voorkomen: herten, wilde zwijnen en wolven. Zo vertelt hij bijvoorbeeld dat wanneer het gewei van een hert begint te vormen, de huid eerst nog meegroeit. Verder dat een groep wilde zwijnen een rotte wordt genoemd en dat een wolf ongeveer vier á vijf welpen per keer krijgt. Rein haalt er niet alleen een gewei bij om zijn verhaal te ondersteunen, maar tovert ook poten en slagtanden tevoorschijn.
Dan is het tijd om naar de wildobservatie hut te gaan. Onderweg geven de gegadigden hun oren en ogen goed de kost. Rein wijst ze bijvoorbeeld op een Douglas spar: deze spar heeft naalden met een citrus geur. Ook stuit de groep op zogenaamde veegsporen: kale plekken op boomstammen. Wanneer namelijk de huid rondom het gewei van een hert loslaat, geeft dat irritatie. Het gevolg is dat de herten het gewei schoonvegen aan boomstammen.
De hut komt in zicht, de plaatsen worden ingenomen en de belangstellenden vallen gelijk met de neus in de boter: een roedel herten is hun avondeten aan het verorberen. Zij bestaat uit vijf volwassen vrouwtjes (hindes), drie jonge vrouwtjes (smaldieren), drie kalveren en één jong mannetje (spitser). Ze zijn alert. Om beurten tillen ze hun koppen op. Af en toe lijken ze recht in de lenzen van de verrekijkers te kijken. Ondanks hun waakzaamheid durven ze het toch aan om dichter in de buurt van de hut te komen. Dat is bijzonder krijgt de groep achteraf te horen. Na een tijdje loopt de roedel verder. Een uil en wat vleermuizen laten zich nog even zien en dan is het toch echt tijd om terug te keren naar het beginpunt. Hoe hebben de deelnemers deze avond ervaren? Eén iemand geeft aan het ontzettend leuk te hebben gevonden: “Als je uitleg hebt ontvangen, weet je meer en zie je meer. Je wordt je bewust van het feit dat er heel veel natuur en wild is.” Een ander vult aan: “Er is inderdaad veel te zien en te leren”. Termen als ‘rustgevend’ en ‘back to the basics’ komen ten slotte ook voorbij.
Nieuwsgierig geworden? Er zijn nog wat plekken over op zowel zaterdag 30 augustus als zaterdag 6 september. Meld je snel aan, want vol = vol. Meer informatie vind je op de website van Geldersch Landschap & Kasteelen: https://www.glk.nl/activiteiten/excursie/wildobservatie-3. Eventueel kun je volgend jaar een nieuwe poging wagen: de observaties vinden ieder jaar plaats van half april tot eind oktober.